Vaak gaan de eerste vragen die aquarianen stellen, vooral degenen die nieuw zijn in de hobby, over voeding. Wat voer ik mijn vissen, hoeveel en hoe vaak moet ik ze voeren? In de natuur hangt wat vissen eten af van of het herbivoren (planteneters), carnivoren (vleeseters) of alleseters (beide) zijn. Hoe vaak en hoeveel ze eten, hangt af van hun voedingsvoorkeuren, hun eetlust en de beschikbaarheid van voedsel. Hier zijn enkele tips om het best mogelijke voerprogramma voor uw vissen te bieden:
- Herbivore vissen hebben de neiging om de hele dag door te foerageren omdat er veel meer plantaardig materiaal nodig is om aan hun voedingsbehoeften te voldoen dan de hoeveelheid vleeseiwit voor carnivoren.
- Allesetende vissen zijn de gemakkelijkste van alle te voeden vissen omdat ze veel meer opties hebben voor geschikt voedsel. Roofdieren en gespecialiseerde eters eten meer als er voldoende voedsel is, maar als dat niet het geval is kunnen er meerdere dagen tussen de maaltijden verstrijken. Dit zou kunnen verklaren waarom aquariumvissen gemakkelijk voedsel accepteren wanneer het wordt aangeboden; ze weten niet wanneer hun volgende maaltijd zal zijn!
- Vleesetende vissen eten minder vaak. Dit komt omdat ze in de natuur niet snel elke dag voedsel vangen. Het voerschema voor in het aquarium zou dus daarmee moeten overeenkomen.
Wat moet ik mijn vissen voeren?
Het is belangrijk om te weten wat je vissen normaliter in de natuur eten en dienovereenkomstig te voeren. Zijn het herbivoren, carnivoren of alleseters? De meeste aquarianen houden een verscheidenheid aan soorten in hun aquarium, dus het is het beste om een combinatie van verschillende voer aan te bieden. Levendbarende aquariumvissen zijn bijvoorbeeld grotendeels herbivoren, terwijl tetra’s meer vleesetend zijn. Als je beide soorten vissen in je aquarium houdt, zoals veel aquarianen doen, wissel dan de voedingen van vlees eiwitten en plantaardig voedsel af om iedereen gelukkig en gezond te houden. Variatie is belangrijk, ongeacht welke soorten vis je houdt, omdat zelfs carnivoren baat hebben bij wat plantaardig materiaal in hun dieet, en vice versa.
De grootte van het voedsel dat je geeft moet overeenkomen met de grootte van de mond van je vissen. Met andere woorden, grote roofvissen zullen meestal geen interesse tonen in kleine vlokkruimels, en kleine vissen zoals neontetra’s kunnen geen grote korrels in hun mond stoppen. Niet opgegeten voer zal je aquarium snel vervuilen.
Bij het voeren van bevroren voedsel is het verstandig het voedsel beetje bij beetje uit te delen met behulp van een kalkoen baster of een grote spuit om ervoor te zorgen dat iedereen wat krijgt. Laat een beetje voer op het oppervlak vallen voor topvoeders en spuit voorzichtig wat lager in de waterkolom voor middenwater- en bodemvoeders.
Hoeveel moet ik mijn vissen voeren?
Het is altijd het beste om te weinig te voeren, vooral in nieuwe aquariums, omdat niet opgegeten voedsel je water kan vertroebelen en gevaarlijke stijgingen van ammoniak- en nitrietniveaus kan veroorzaken. Een algemene vuistregel is om alleen te voeren wat je vissen in 2 tot 3 minuten kunnen consumeren. Begin bij twijfel met een kleine hoeveelheid en kijk hoe snel je vissen het consumeren. Als het in minder dan 2 minuten volledig is geconsumeerd geef ze dan iets meer. Het zal niet lang duren om erachter te komen hoeveel voedsel ze je bij elke beurt moet geven. Verwijder voedsel dat na vijf minuten overblijft met een hevelslang of net.
De meeste vissen zullen leren om voedsel te nemen waar het beschikbaar is, maar schuwe vissen kunnen wachten tot het voedsel in hun “veilige zone” drijft. Deze vissen moeten mogelijk gericht gevoerd worden, wat betekent dat het voedsel rechtstreeks naar hen geleid moet worden. Vlokken en sommige korrelvoedsel blijven meestal een minuut of twee aan het oppervlak hangen voordat ze langzaam naar de bodem dalen, waardoor ze goede keuzes zijn voor oppervlakte- en middenwatervoeders. Door gedroogd voedsel te weken of ze aan de oppervlakte te “zwiepen”, zullen ze sneller vallen voor eters in het midden van het water.
Hoe vaak moet ik mijn vissen voeren?
Voor het grootste deel van de vissen is het voldoende om ze één of twee keer per dag te voeren. Sommige hobbyisten laten hun vissen zelfs één of twee dagen per week vasten om hun spijsvertering te zuiveren. Doe dit alleen wanneer je zeker weet of dit bij jou vis ook kan. Grotere en minder actievere vissen kunnen langer door zonder gevoerd te worden dan kleinere en actieve vissen. Herbivoren moeten vaker gevoerd worden omdat ze de hele dag door foerageren, maar wel slechts kleine hoeveelheden tegelijk. Kleine actieve vissen zoals danios en pas uitgekomen jongeren hebben een hogere stofwisseling en moeten vaker gevoerd worden, vooral als ze bij hogere temperaturen worden gehouden. De watertemperatuur regelt het metabolisme van vissen en beïnvloedt hoe vaak en hoeveel ze moeten eten.
Wanneer moet ik mijn vissen voeren?
In de natuur eten de meeste vissen in de vroege ochtend en in de schemering. Uitzonderingen zijn herbivoren en alleseters die de hele dag foerageren, en de nachtelijke vissoorten. Hoewel aquariumvissen op elk moment van de dag gevoerd kunnen worden, zijn ochtend- en avondvoedingen het beste. Ze leren snel wanneer ‘voedertijd’ is, zwemmen gretig heen en weer aan de oppervlakte of komen uit schuilplaatsen in afwachting van hun volgende maaltijd.
Zorg ervoor dat de aquariumverlichting minimaal 30 minuten aan is voor de ochtendvoeding en laat deze minimaal 30 minuten aan staan na de avondvoeding. Nachtelijke soorten zoals mesvissen, meervallen en bepaalde plecostomus kunnen zinkend voedsel krijgen kort nadat het aquariumlicht ’s nachts is uitgeschakeld.
Wat zijn de tekenen van overvoeding van vissen?
De term “overvoeren” betekent meer voer voeren dan uw vis in één keer nodig heeft of wilt eten. Zelfs hobbyisten die slechts één keer per dag of om de dag voeren, kunnen zich schuldig maken aan overvoeding als het voedsel niet in minder dan 2 of 3 minuten volledig wordt geconsumeerd. Hier zijn enkele tekenen van overvoeding:
- Niet opgegeten voer blijft na 5 minuten in het aquarium, maar de vissen tonen er geen interesse in. In extreme gevallen beginnen pluizige of donzige witte schimmels te groeien op de bodem, decoraties en planten.
- Aquariumwater is troebel of wazig en heeft een vieze geur. Er kan schuim op het oppervlak aanwezig zijn.
- Filtermedia raken binnen enkele dagen na reiniging verstopt.
- Overmatige algengroei. Zelfs met de juiste filtratie en waterverversing kan nitraat- en fosfaatophoping door zware voeding bijdragen aan overmatige algengroei.
- Ammoniak- of nitrietwaarden zijn verhoogd.
- Chronisch hoge nitraten of lage pH.
Als je aquarium tekenen van overvoeding vertoont hevel dan het eventueel niet opgegeten voer weg en verminder de hoeveelheid voer per voerbeurt met 50%.
Door voor je vissen het juiste dieet en voedingsschema toe te passen zullen je vissen meer bestendig zijn tegen ziektes en kunnen ze een lang en gezond leven leiden.